Voorbeelden
Voorbeeld 1: Vind de GGD van 14 en 21.
Oplossing:
Priemfactorisatie van 14: 14 = 2, 7.
Priemfactorisatie van 21: 21 = 3, 7.
Neem de kleinste macht van gemeenschappelijke priemfactoren en vermenigvuldig ze met elkaar om de GGD te krijgen.
Daarom is GGD(14, 21) = 7.
Voorbeeld 2: Vind de GGD van 18 en 24.
Oplossing:
Priemfactorisatie van 18: 18 = 2, 3, 3.
Priemfactorisatie van 24: 24 = 2, 2, 2, 3.
Neem de kleinste macht van gemeenschappelijke priemfactoren en vermenigvuldig ze met elkaar om de GGD te krijgen.
Daarom is GGD(18, 24) = 6.
Voorbeeld 3: Vind de GGD van 8 en 12.
Oplossing:
Priemfactorisatie van 8: 8 = 2, 2, 2.
Priemfactorisatie van 12: 12 = 2, 2, 3.
Neem de kleinste macht van gemeenschappelijke priemfactoren en vermenigvuldig ze met elkaar om de GGD te krijgen.
Daarom is GGD(8, 12) = 4.
Oefening
1. GGD(36,48,60) = 12
2. GGD(40,60,80) = 20
3. GGD(20,35) = 5
4. GGD(15,25,35) = 5
5. GGD(10,20,30) = 10
6. GGD(15,20,25,30) = 5
7. GGD(3,6,18) = 3
8. GGD(6,9,15,18) = 3
9. GGD(8,24,60) = 4
10. GGD(12,18,24) = 6