Voorbeelden
Voorbeeld 1: Vind de GGD van 9 en 15.
Oplossing:
Priemfactorisatie van 9: 9 = 3, 3.
Priemfactorisatie van 15: 15 = 3, 5.
Neem de kleinste macht van gemeenschappelijke priemfactoren en vermenigvuldig ze met elkaar om de GGD te krijgen.
Daarom is GGD(9, 15) = 3.
Voorbeeld 2: Vind de GGD van 18 en 24.
Oplossing:
Priemfactorisatie van 18: 18 = 2, 3, 3.
Priemfactorisatie van 24: 24 = 2, 2, 2, 3.
Neem de kleinste macht van gemeenschappelijke priemfactoren en vermenigvuldig ze met elkaar om de GGD te krijgen.
Daarom is GGD(18, 24) = 6.
Voorbeeld 3: Vind de GGD van 21 en 28.
Oplossing:
Priemfactorisatie van 21: 21 = 3, 7.
Priemfactorisatie van 28: 28 = 2, 2, 7.
Neem de kleinste macht van gemeenschappelijke priemfactoren en vermenigvuldig ze met elkaar om de GGD te krijgen.
Daarom is GGD(21, 28) = 7.
Oefening
1. GGD(75,100,125) = 25
2. GGD(20,30) = 10
3. GGD(63,84,105) = 21
4. GGD(15,25,35) = 5
5. GGD(16,24,32) = 8
6. GGD(14,21,28) = 7
7. GGD(36, 48, 96) = 12
8. GGD(8,24,60) = 4
9. GGD(15,18,24,30) = 3
10. GGD(12,18,24) = 6