Voorbeelden
Voorbeeld 1: Zoek de GGD van 10, 20 en 30.
Oplossing:
Prime factorisatie van 10: 10 = 2, 5.
Priemfactorisatie van 20: 20 = 2, 2, 5.
Priemfactorisatie van 30: 30 = 2, 3, 5.
Neem de kleinste macht van gemeenschappelijke priemfactoren en vermenigvuldig ze met elkaar om de GGD te krijgen.
Daarom geldt: GGD(10, 20, 30) = 10.
Voorbeeld 2: Zoek de GGD van 24, 68 en 10.
Oplossing:
Prime factorisatie van 24: 24 = 2, 2, 2, 3.
Priemfactorisatie van 68: 68 = 2, 2, 17.
Priemfactorisatie van 10: 10 = 2, 5.
Neem de kleinste macht van gemeenschappelijke priemfactoren en vermenigvuldig ze met elkaar om de GGD te krijgen.
Daarom geldt: GGD(24, 68, 10) = 2.
Voorbeeld 3: Zoek de GGD van 32, 48 en 96.
Oplossing:
Prime factorisatie van 32: 32 = 2, 2, 2, 2, 2.
Priemfactorisatie van 48: 48 = 2, 2, 2, 2, 3.
Priemfactorisatie van 96: 96 = 2, 2, 2, 2, 2, 3.
Neem de kleinste macht van gemeenschappelijke priemfactoren en vermenigvuldig ze met elkaar om de GGD te krijgen.
Daarom geldt: GGD(32, 48, 96) = 96.
Oefening
1. GGD(54,72,90) = 18
2. GGD(45,63,81) = 9
3. GGD(15,25,35) = 5
4. GGD(16, 24, 32) = 8
5. GGD(10, 15, 20) = 5
6. GGD(24, 36, 48) = 12
7. GGD(18, 27, 45) = 9
8. GGD(24, 40, 56) = 8
9. GGD(15, 21, 27) = 3
10. GGD(36, 54, 72) = 19